Leegte is vorm en vorm is leegte
Gepubliceerd: 04-11-2025 Laatste update: 04-11-2025

Mijn eerste langere retraite volgde ik zo’n 18 jaar geleden bij Jotika Hermsen en Joost van den Heuvel. Een retraite in de Theravada traditie van het Boeddhisme. Ik was toen ongeveer 26 jaar en had een mindfulness cursus achter de rug. In deze cursus was mijn nieuwsgierigheid aangewakkerd en ik wilde meer te weten komen van mijn geest en de mogelijkheden daarvan. De retraite duurde zes dagen, en was voor mij een eerste kennismaking met langdurige stilte en shamatha beoefening in de vorm van loop-en zitmeditatie. In shamatha meditatie train je de geest om bij een object te blijven, zoals de adem of in het geval van loopmeditatie: het contact van je voetzolen met de grond. 
In deze retraite klonk regelmatig de zin: leegte is vorm, en vorm is leegte. Net zoals bij vele teksten tijdens deze retraite, had ik geen weet van wat er met deze zin bedoeld werd. Wel was ik erdoor gegrepen. Mijn hart sprong over toen ik het de eerste keer hoorde, en ik denk dat mijn geest voor een milliseconde openklapte. De retraite had een aantrekkingskracht op mij: het veld, de leraren en de practice. Ik wilde blijven, koste wat kost. Praktiseren. Zittend, lopend. Zittend, lopend. Zittend, lopend. 

Allesdoordringende stilte 

Mijn telefoon had ik ingeleverd, gesproken werd er niet. De beoefening en atmosfeer was er een van allesdoordringende stilte en vriendelijkheid, tegelijkertijd een van verduren en oefenen. De retraite kostte me veel, het waren lange dagen met veel practice. En toch: emptiness is form, and form is emptiness. Ik bleef zitten, dat wist ik zeker. De oorsprong van deze woorden moest ‘gevonden’. Aan het einde van de retraite deelden we een aantal woorden over waar de dagen ons hadden gebracht. De tranen stroomden over mijn wangen en ik zei: ik ben zó dankbaar. Waarvoor en waarom, wist ik wederom niet precies. Maar wat ik wel wist, is dat de retraite een keerpunt in mijn leven zou zijn en ik op zoek zou gaan naar plekken waar ik dit werk kon voortzetten. Ik volgde nog diverse retraites bij Jotika Hermsen, mediteerde een maand in een boeddhistisch centrum in Sri Lanka en bouwde mijn eigen meditatie practice op. Zo’n 4 jaar later vond ik de school voor Zijnsoriëntatie.  

Tijdloze Leegte

Nu, 16 jaar later en 12 jaar verbonden aan de School, heb ik weet van mijn drive toendertijd. Snap ik dat glimpsen van mijn ware aard destijds door het wolkendek heen schenen bij het horen van deze zin. Mijn aard die mij riep, tijdloze leegte die in de weerklank van de woorden ‘vorm is leegte, en leegte is vorm’, tot mij sprak. Deze leegte exploreer ik in dit artikel via de gang van shamatha meditatie. Via shamatha meditatie gaat de reis naar de grond van de geest. Vanuit daar is de doorstoot naar non-duale Leegte makkelijk te maken, en bespreek ik Leegte die ís, voorbij ieder onderscheid tussen Leegte en Vorm. 

Mijn liefde voor shamatha

Shamatha is een practice waar mijn hart ligt. Ik houd van de eenvoud en van de discipline en de egokracht die deze beoefening vraagt. Mijn liefde voor shamatha heeft ook te maken met de allesdoordringende vriendelijkheid die ik in de practice proef, en met het vertrouwen in de boeddha natuur, van de leraren die dit werk nauwgezet en met een engelengeduld hebben uitgedacht en opgeschreven. Ik houd van de stap voor stap benadering: dat we de gekte van onze geest, waarin we geloven dat de dingen echt bestaan en waar zelfafwijzing en negativiteit aldoor oppoppen, tot rust kunnen laten komen en zo kunnen uitkomen bij en kennismaken met onze boeddha natuur. En tot slot misschien omdat shamatha meditatie mijn eerste kennismaking was met een glimps van mijn aard, zoals ik hierboven beschreef. 

Grondtoon

 In shamatha meditatie zijn de onhebbelijkheden van de geest onvermijdelijk, je kunt er niet omheen. Tegelijkertijd is daar de kalmte en eenvoud van de ademhaling, het contact met de grond en de ruimte van goedheid (het Huis van Zijn) om mij heen, als een herinnering aan mijn aard. Het is voor mij de plek van ‘verward en verlicht’ bij elkaar houden, waar Hans Knibbe vaak het belang van aanhaalt. Alles is er al, én er is werk te doen. Hans zei ook eens in retraite over shamatha: ‘als je het eenmaal beoefent, wil je het steeds doen.’ Zo ervaar ik dat ook. Het veelvuldig en stapsgewijs beoefenen van deze practice tot aan de grond van de geest, zorgt bij mij voor een wakkere geest door de dag heen, een geest met weinig gedachten en een grondtoon van vertrouwen. Daarbij is het belangrijk dat je niet probeert de geest tot rust te brengen, maar dat je de moed hebt te onthechten van de subject-object relatie waarin je jezelf bestaansrecht geeft. Je brengt de reflex tot rust. Misschien zijn er nog duizenden gedachten, maar je oefent om er niet naar uit te reiken. 

Shamatha als doorgang naar Leegte 

In shamatha meditatie doorbreek je de normale en reflexmatige uitgaande beweging van de geest, die zich bliksemsnel en reflexmatig vastbijt aan een object. Ik vergeleek het laatst eens met een kameleon die een prooi ziet. De tong van de kameleon schiet reflexmatig naar buiten, en voor je het weet heeft het dier de prooi te pakken. Zo doet onze geest dat ook, we hebben het helemaal niet in de gaten. Continu en onbewust ‘steken we onze tong uit’ naar alles wat voorbijkomt. Alsof ons leven ervan afhangt. Een gedachte! Snel, grijp ‘m! En zo is de subject-object relatie ontstaan. Wijzelf, ten opzichte van een gedachte en onze relatie daarmee. Er is een vast ik (subject), dat zich verhoudt tot een vaste ‘ander’: een gedachte, gevoel, persoon, kopje koffie of wat dan ook (object). 

Doordat we dit doen, zien we niet meer de openheid, nietsheid, ongeborenheid. De Leegte, die ís. We creëren subject-object relaties en breien die aan elkaar, bliksemsnel en onbewust. Zo creëren we een continuüm van tijd dat helemaal niet bestaat. Denk maar eens aan de manier waarop vroeger een tekenfilm gemaakt werd: duizenden tekeningen achterelkaar die bliksemsnel na elkaar getoond worden, vormen een verhaal. Het verhaal is een aaneenschakeling van losse momenten, en die losse momenten zijn op hun beurt door ons gecreëerd. That’s it. Daar gaan we in wonen en dat is wat we ons leven noemen. 

Onthechten

 De beoefening van shamatha is er om die reflexmatige beweging van de geest te kalmeren en te stoppen, te verstillen. Omdat we onze aandacht steeds weer afhalen van het object, doorbreken we keer op keer de subject-object relatie en houden we er slechts 1 in stand: die met de adem. Door dit te doen, krijgen we geen aaneenschakeling van verschillende scenes, maar slechts 1 lange scene: die met de ademhaling. Daarmee komt de ‘uitstekende tong’ tot rust. De kameleon gaat slapen, het wordt stil. We onthechten van onze reflex. In die stilte, kunnen er pauzes komen. Momenten van openheid en nietsheid. Kieren van Leegte, waarin zich iets kan gaan tonen.  

Niets 

Of beter gezegd, kan zich ‘niets’ tonen. En omdat de reflexmatige kracht om de dingen tot ‘iets’ te maken tot rust is gekomen, kunnen we hier oplettend worden: Dat niets, wat is dat? Het is geen vorm. Daar waar we ons altijd identificeren met en richten op vormen en een subject-object relatie opzetten, vinden we ineens ‘iets’ dat geen vorm is. Een moment van oningevuldheid. 
Daar breng je dan je aandacht heen. Zonder te grijpen of fixeren, kijk je, of geef je aandacht aan: niets. Je geest zal nog steeds een subject-object relatie opzetten, dit keer met nietsheid. Maar met nietsheid is nu eenmaal niet zo makkelijk een verhaal te spinnen, dus wordt het rustiger en rustiger en komt de grond van de geest in zicht. Er zijn glimpsen van de oneindigheid der tijden, het nietse, zwarte, oningevulde en volkomen ondefinieerbare. 
Dit is het punt waar ik mezelf nog definieer als een ‘ik’ en de geest tegelijkertijd volkomen in rust is. Dit is de grond van de geest.  

De grond van de geest 

Rustend in de grond van mijn geest, is er dus nog steeds een ‘ik’. En als er een ‘ik’ is, is er ook een object, dat kan niet anders. Dus de grond van de geest is ‘iets’, mijn geest ver-ietst deze grond, maakt hier iets van. Ik verhoud me er nog toe. Het vliesje is nog niet geknapt. Precies die plek, vind ik een belangrijke plek om te kunnen rusten. De geest is daar onthecht en niet opgehangen aan vormen en ervaringen. De geest is op zijn gemak met stilte en nietsheid. De geest is ‘at ease’. Het is ook de plek van existentiële eenzaamheid. Hier leer je alleen zijn, leer je hoe eenvoudig gelukkig het is om niet opgehangen te zijn aan ervaringen. Hier leeft tevredenheid en dankbaarheid.
Als je hier rust, ben je in de staat van ‘shamatha’, zoals ze dat in het Boeddhisme noemen. De geest volkomen kalm, nauwelijks gedachten. Je hebt de geest tot rust gebracht. Hier kun je zijn en rusten. Hier, in dit voorstadium van Leegte en Gewaarzijn. Hier wen je aan het ‘nietse’, de stilte, de eenzaamheid. Hier is de geest getemd. Langdurig rusten in een getemde geest, vind ik een uitstekende oefening die beide kanten op werkt: het zorgt voor het vermogen om langdurig in Leeg Gewaarzijn te kunnen rusten en het zorgt voor minder opgehangenheid aan vormen en ervaringen. 

Een laatste zucht 

Alles wat je vanuit de grond van de geest, de onthechte geest, nog te doen staat, is ieder identiteitsbesef loslaten, zoals hieronder nader omschreven. Het is als een laatste ‘zucht’ waarmee je oplost in Leegte, samenvalt met Leegte en ziet dat je nooit bestaan hebt, nooit geboren bent en nooit doodgaat. De zucht doet de subject-object relatie met de grond oplossen. Omdat de reflex van de geest om alles te verietsen, tot rust is gebracht, is de overgang flinterdun. We hebben geen kracht meer nodig om onszelf te introduceren. Het is een laatste loslaten, een laatset zucht waarmee je jezelf overgeeft aan de dood, je mee laat nemen, je bestaan offert. 

Vorm is Leegte

Met deze laatste zucht, laat je de kiem van verwarring los. Je idee van een zelfstandig functionerend ‘ik’ lost op. De subject-object relatie lost op en daarmee jouw werkelijkheidswaan dat je een zelfstandig functionerend subject bent dat zich verhoudt tot een zelfstandig functionerend object. 
Hier zie je in één zucht dat je een knooppunt van communicatie bent, zoals Hans dat zo mooi noemt. Hier is geen waarnemer en niets dat wordt waargenomen. Hier rust alles in zichzelf in diepe verbinding met al het andere. Hier is geen begin- en eindpunt van het een en het ander. Hier is geen centrum en geen afstand. 
Hier ben je nooit geboren uit een vaste moedervorm, je bent een tijdelijk samenkomen van duizenden factoren die ieder moment veranderen. Je samenstelling verandert voortdurend, hier ben je de rivier. Je kunt de rivier niet grijpen, niet tot je bezit maken, niet conceptualiseren. Hier zie je dat je nooit ook maar 1 millimeter van huis bent geraakt. Dat je al die tijd precies was waar je hoort te zijn. Dat je nooit de weg kwijt was, nooit ongelukkig, nooit verloren of wanhopig. Dat je het nooit gemaakt hebt of juist mislukt bent, nooit de beste of slechtste was, nooit moeder of vader was, nooit een kind van je ouders. Dat niets van wat je tot echt hebt gedacht, ooit bestaan heeft. Van het diepste lijden tot het meest extatische geluk. Hier is alles stil, onbeweeglijk en rustend in zichzelf. De grond van de geest bestaat hier niet. Hier ben je uitgekomen bij de eerste wet van Leegte: Vorm is Leegte. 

Zo, dat is dat, zou je kunnen denken. Ik ben Leeg. Ik zie dat alles Leeg is. Ik ben de grote oceaan die zich tot een bestaand iets denkt. Maar ik ben de oceaan. Altijd al geweest. Mijn vorm bestaat niet als een zelfstandige entiteit, maar is leeg. 

Maar ben je er dan? Is dit het ontwaakt Gewaarzijn waar Longchenpa over spreekt? Nee, dat is het niet. Als je hier stopt, stop je op het punt van wat de boeddhisten ‘minimalisme’ noemen. Je hebt de dingen vernietst, je ziet dat alles Leeg is, maar er is nog geen complete ontwaking. Het hart is niet ontwaakt. Er mist een heel belangrijk punt, en dat is het tweede deel uit de titel van dit artikel: Leegte is Vorm. 

Leegte is vorm

Leegte is Vorm…hmmm…hier gebeurt iets leuks. Iets soortgelijks als 17 jaar geleden tijdens mijn eerste retraite. Mijn hart jubelt, ik weet dat dit klopt. Maar verder dan dat, kom ik eigenlijk niet. Er is een intuitief weten, maar ik kan dat nog niet theoretisch reproduceren of uitleggen. Mijn uitleg over deze tweede wet, is op dit moment daarom nog meer een bejubeling dan een theoretische uiteenzetting. Toch schrijf ik iets op, en zoals dit 17 jaar geleden het geval was bij mijn eerste retraite, vertrouw ik erop dat ik met de tijd deze jubel ook theoretisch zal gaan begrijpen. 

Wat gebeurt er bij deze uitspraak? Leegte is Vorm? Mijn seksuele energie gaat stromen, de ‘crazy’ wisdom wordt wakker. De ‘alles uit elkaar spattende’ waarheid van deze zin: Leegte is Vorm, heeft voor mij te maken met het woordje: is. Het is niet de Leegte die zich vormt tot vormen, nee, het is de hele tijd en spontaan al aan de hand. Het IS zo. Die Isness, daar zit een kracht in, een doorsnijdendheid en helderheid. Het maakt dat de woorden die dit woordje verbindt, bij elkaar horen en het een geen gevolg is van het ander: Leegte IS Vorm. Voor mij wijst Leegte is Vorm de rugkant van Gewaarzijn aan. Het werkt oprichtend en vitaliserend, waar Vorm is Leegte naar de  ‘buikkant’ wijst en mij wijst naar de grond en verbinding. 

Rugkant van Gewaarzijn 

Laat ik dat eens aannemen: Leegte is Vorm als rugkant van Gewaarzijn. Wat betekent dat? 
Afstemmend op Leegte is Vorm, merk ik op dat de helderheid, intensiteit en presentie van alle vormen toeneemt. Maar niet de vormen zoals ik die beleef vanuit het leven in een subject-object relatie. Maar vormen die stralen van zichzelf, licht, leeg en liefde zijn. Boeddha’s, stuk voor stuk. 

Wat een Zijnskwaliteiten, spontaan en om niet! Zo veel joy, seks, kracht, doorsnijdendheid. Spontane compassie, lust en warmte. Direct voel ik hier ook hoe belangrijk het is de twee wetten bij elkaar te houden. Zonder ‘vorm is leegte’ kan ik makkelijk opgehangen raken aan Zijnskwaliteiten en wordt het snel eternalistisch: dan denk ik dat het echt bestaat! Ik bijt me dan vast in deze kwaliteiten en ga ermee aan de haal. Ze zijn van mij geworden en de gegeven verbinding verdwijnt uit beeld. Dat is het dus niet.

De twee wetten bij elkaar houdend, zie ik dat al mijn handelingen nooit een spoor nalaten. De vormen zijn helderder en presenter dan ooit, tegelijkertijd leeg en ongeboren. En er is verschil tussen vormen! Zonder dat er onderscheid is, is er toch verschil. Dat doet me duizelen. Crazy en empty, dat is het. En hoe wonderlijk: er is géén subject-object relatie aanwezig. Alle energie die ik normaal stop in het opzetten en in stand houden van deze relatie, manifesteert direct en tijdloos. Alles is spontaan aanwezig en spontaan manifesterend. 

Simultaan 

Leegte is Vorm en Vorm is Leegte manifesteren simultaan. Het een volgt niet op het ander en ze wisselen elkaar ook niet af. Deze dans van leegte, liefde en licht vindt voortdurend en tegelijkertijd plaats. Altijd is alles al in een perfect gelukkige staat: the great completion. Hier is niets meer te doen en zie je dat alles precies hetzelfde is als altijd. Met één verschil: het is vrij. 

Kennismaken met meditatie? Kom langs! 
 

Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies conform regelgeving van de Autoriteit Persoonsgegevens. De cookies worden dus niet gebruikt voor marketingdoeleinden. Bekijk voor meer informatie ons privacybeleid.
Ik begrijp het